Hij is aanvoerder van Ajax, international in het Belgische nationale elftal en student aan de Johan Cruyff University. Jan Vertonghen combineert studie en profvoetbal al jaren.
In het vliegtuig naar Madrid klapt hij een laptop open en begint te typen. De vliegreis komt als geroepen. Morgen wacht Real Madrid, daarna staat een serie trainingen op het programma en zondag moet Ajax het alweer opnemen tegen Groningen. De uren dat hij in het vliegtuig zit geven hem precies de tijd om het verslag af te ronden dat hij deze week nog moet inleveren.
Híj is Jan Vertonghen (24). Centrale verdediger, aanvoerder van Ajax én student sportmarketing aan de Johan Cruyff University (JCU), de school voor topsporters binnen de Hogeschool van Amsterdam. Sinds zijn debuut in de hoofdmacht in 2006 groeide Vertonghen uit tot een van de belangrijkste spelers van het elftal. Lange tijd stond zijn studie daardoor op een laag pitje. Inmiddels hangt hij tussen het tweede en derde jaar in en is hij vastberaden snel de eindstreep te halen.
Californication
‘Er zat nogal wat tijdsdruk op dat verslag,’ zegt de Ajacied lachend. ‘Op Schiphol had ik een officepakket gekocht, zodat ik op de heen- en de terugvlucht aan mijn verslag kon werken. Ik ben iemand die heel snel afgeleid is. Zit ik thuis achter de computer, iPhone ernaast, toch even kijken. Dan vergeet ik dat verslag en even later zit ik weer voor de tv. Films en series – Entourage, Lost en Californication – zet ik bewust niet meer op mijn computer. Aan de docenten heb ik daarom ook strenge deadlines gevraagd, dit was er een.’
Zoals altijd stapt Jan Vertonghen ook na de vrijdagtraining niet meteen van het veld. Hij pielt nog wat met de bal. Af en toe een bal op doel schieten, een setje opdrukken, de bal de lucht intrappen. Hoogtepunt: een hoge bal van een medespeler over een meter of vijftig die door Vertonghen met een sierlijke pirouette in één beweging wordt stilgelegd. Gehuld in een T-shirtje en een korte broek, sloft hij even later op zijn slippers de kantine van Ajax-trainingscomplex De Toekomst binnen.
‘Via de studiebegeleider van Ajax ben ik bij de JCU terechtgekomen,’ zegt Vertonghen, die op zijn achttiende begon aan de studie sportmarketing. Aanvankelijk nam hij een kijkje bij rechten en Frans opde Universiteit van Amsterdam, maar die studies kon hij niet combineren met zijn voetbalbestaan, sportmarketing wel. ‘Dat eerste jaar zat ik bij Jong Ajax en ging ik als een normale student naar school. Toen heb ik geloof ik vijftig van de zestig punten gehaald. Het jaar daarna kwam ik bij het eerste.’
Verlegen, onwennig en nog niet helemaal op zijn plek: de jonge Vlaming richt vanaf dat moment al zijn aandacht op het voetbal. ‘Van studeren kwam niets meer terecht. Dat heeft anderhalf jaar geduurd tot ik besefte: dit is wel zonde. Ik heb bijna mijn Propedeuse en dan laat ik het nu lopen. Toen hebben we op de JCU met elkaar een schema opgesteld om de studie beter met het voetbal te combineren. Het is voor mij natuurlijk belangrijk, maar ook voor hen. Als ik straks ben afgestudeerd kunnen zij zeggen: een voetballer van Ajax kan het ook.’
Op gespannen voet
Voetballen leert Vertonghen in de immense tuin van het ouderlijk huis in Tielrode. Een klein dorpje bij Sint-Niklaas, vlak onder Antwerpen. Hij is de middelste uit een gezin van drie broers en wordt al jong gescout door Germinal Beerschot Antwerpen, een toenmalige satellietclub van Ajax. Net zestien is Vertonghen als hij de overstap naar Ajax maakt. Hij komt terecht in een gastgezin in Ouderkerk aan de Amstel en doorloopt de laatste twee jaar van het VWO op de Openbare Scholengemeenschap Bijlmer.
Een betere leerschool dan Ajax is er voor de student sportmarketing niet om de wereld van de sponsoring en de marketing te doorgronden. Als speler heeft hij dagelijks te maken met de marketingafdeling van Ajax en die kennis komt goed van pas tijdens zijn studie. ‘Die vlucht naar Madrid gebruikte ik bijvoorbeeld ook om een praatje te maken met de marketingdirecteur van Ajax. Dat kon ik weer gebruiken voor mijn verslag.’
Door de belangrijke rol die Vertonghen speelt in het elftal staan studie en voetbal vaak op gespannen voet met elkaar. In de week van het gesprek brengt hij zijn tijd achtereenvolgens door in hotels in Spanje, Nederland en België. Wat het allemaal nog eens moeilijker maakt: de dubbelrol als ‘gewone student’ en ‘stervoetballer’. Als student kun je doen en laten wat je wilt, als profvoetballer wordt elk woord op een weegschaal gelegd. ‘Om de media maar niet te voeden is het soms gewoon beter je mond te houden. Het wordt allemaal uitvergroot.’
Voor een grappig voorbeeld verwijst Vertonghen naar zijn fiets. Sinds jaren terug duidelijk werd dat Vertonghen als profvoetballer wel eens naar de training fietste, komt hij er niet meer vanaf. ‘Iedereen doet alsof ik elke dag hierheen op de fiets kom en op de fiets naar België rijd. Ik heb een fiets voor als ik even naar de stad wil omdat het drie keer korter is dan met de auto.’ Hij wil maar zeggen, alles wat hij doet of laat wordt uitvergroot.
Het maakt hem voorzichtig. ‘Ik laat mensen minder snel toe. Je weet toch nooit echt wat ze willen,’ verzucht de student sportmarketing. ‘Daarom is het ook niet makkelijk nieuwe vriendschappen te maken.’ Terwijl dat juist een van de redenen is geweest voor een studie aan de hogeschool: contacten opdoen, buiten het voetbal om. Want al heeft hij er zelf voor gekozen, het offer om profvoetballer te kunnen worden is groot. ‘Tussen mijn 16e en 21e ben ik denk ik maar één keer uit geweest. Ik lag altijd om tien uur in mijn bed.’
Nog beter worden
Het is de keerzijde van zijn bestaan: het gewone studentenleven gaat in zijn geheel aan hem voorbij. ‘Op vrijdag iets gaan drinken en op zaterdag nog wat leuks gaan doen: het kan gewoon niet.’ Vertonghen zegt er vrede mee te hebben, al moet hij toegeven dat het soms vervelend is. Zo maakte hij als jeugdspeler festival Rock Werchter in België mee. Het was de laatste keer; festivals zijn uitgesloten in een profbestaan. ‘Dat mis ik wel eens. Sensation, Lowlands, Pinkpop of Rock Werchter.’
Daar staat tegenover dat de Belg bij Ajax een stormachtige carrière doormaakt. De afgelopen seizoenen groeide hij uit tot een van de belangrijkste spelers in het elftal. Met als absoluut hoogtepunt het binnenslepen van de dertigste landstitel in mei van dit jaar. Onder leiding van een ijzersterke Vertonghen versloeg Ajax in eigen huis naaste belager FC Twente. Een transfer naar een Europese topclub leek aanstaande. Maar de Belg koos voor Ajax, voor zijn eigen ontwikkeling en voor Amsterdam.
‘Het is heel belangrijk voor mijn ontwikkeling dat ik me nu kan richten op één positie,’ zegt Vertonghen over zijn centrale plek in de verdediging. ‘Ik moet nog meer perfectioneren. Sterker worden, constanter worden en de communicatie in het veld moet beter.’ Zoals onlangs, in een wedstrijd tegen Twente. Vertonghen verzuimde zijn middenvelder met een aanvaller mee te sturen. Even later incasseerde Ajax de gelijkmaker, gemaakt door juist die aanvaller. ‘Het kan altijd beter. Ik moet nog meer een leider worden.’
Het buitenland lonkt
Zijn studie aan de JCU bindt Jan Vertonghen op het moment aan de stad. Zo goed als het nu gaat is het volgens de student de afgelopen drie, vier jaar niet gegaan. Als hij voor de kerst twee toetsen haalt én zijn verslag wordt goedgekeurd, dan ligt hij op koers. Bovendien: hij voelt zich thuis in Amsterdam. Zijn vrienden van de middelbare school en Ajax wonen hier, zijn vriendin werkt in de Amsterdamse theaterwereld en hij houdt van het leven in de stad.
Zijn liefde voor de stad en manier van voetballen maken hem geliefd onder supporters van de club. Toch zullen ze vroeg of laat afscheid van elkaar moeten nemen. Want ook voor Vertonghen lonkt het buitenland. Grote namen gingen hem al voor: Wesley Sneijder (Inter Milan), Luis Suarez (Liverpool), Thomas Vermaelen (Arsenal) en Maarten Stekelenburg (AS Roma). Het stuit bij veel supporters op onbegrip: ‘Blijf nou bij elkaar,’ zeggen zij, ‘dan pak je als team vanzelf grote prijzen.’
Vertonghen kent de kritiek, op de HvA lopen ook veel Ajax-supporters rond. ‘Ik heb ooit ook zo gedacht, toen ik zeker wist dat ik hier nog zou blijven. Kom op nou Suarez; kom op nou Stekelenburg en Vermaelen, blijf nou. Maar dat is nu eenmaal het moderne voetbal.’ Na een korte stilte: ‘Het is meer de gedachte van een supporter. Het is gewoon niet meer denkbaar. Kijk, de Champions League zul je de eerste twee, drie jaar niet winnen met Ajax. De vraag is dan of je het risico wilt nemen om te wachten, zodat dit team bij elkaar blijft, en dat we dan ooit wat verder kunnen komen dan de eerste of tweede ronde.’
Hij vervolgt: ‘Als voetballer wil je ook gewoon een keer in een andere competitie spelen. De sfeer in Engeland zul je hier de eerste twintig jaar niet vinden. Ook in Duitsland zit gewoon elke week veertig-, vijftigduizend man op de tribune. Hier heb je twee stadions van vijftigduizend en dan houdt het op. Je wilt in die sfeer spelen en vooral op een hoger niveau. Het verschil in niveau met andere competities is zo duidelijk, dat zie je wel als we tegen Real Madrid spelen.’
Wat al zijn supporters tevreden moet stemmen: Jan Vertonghen wil in elk geval na zijn voetballoopbaan in Amsterdam blijven wonen. Bovendien wil hij ook na zijn sportcarrière actief blijven in het voetbal. Vooralsnog in de marketing, een functie als commercieel directeur bijvoorbeeld? ‘Dat zie ik wel zitten,’ grijnst de student. ‘Het idee verandert natuurlijk met de jaren. Misschien besluit ik over vijf jaar wel dat ik trainer wil worden.’
Om ons heen schuiven de spelers van het tweede elftal hun stoelen gelijktijdig naar achteren. De leeggegeten bordjes ruimen ze zelf op. Zij hebben nog verplichtingen, voor Jan Vertonghen zit de werkdag erop. Op momenten als dit is hij blij dat hij nog wat om handen heeft. ‘Het is nu kwart over een en iedereen gaat naar huis. Zonder studie zou ik nu alleen maar thuiszitten en op de Playstation spelen.’