Daktuinen voor een beter milieu

Amsterdammers moeten het dak op. Daar is nog ruimte, en een groen dak is goed voor het milieu. De gemeente gaat subsidiëren.

“De Amsterdamse daken zijn ziek,” zegt Matthijs Bourdrez (38) op het dak van zijn woning in Oost. “Kijk eens om je heen: allemaal ongebruikte platte daken. Leg er een daktuin aan! Een luxe, maar goed voor het milieu en de stad.”

Vijf jaar geleden begon Bourdrez als bouwkundig ingenieur met het aanleggen van dakterrassen in de stad. Gek genoeg bestond er tot dat moment nog geen bedrijf dat zich specialiseerde in de aanleg van terrassen. “Mensen dachten tot aan het dak en niet verder. Regelgeving voor het aanleggen van een dakterras was er eigenlijk nog niet. In samenwerking met de gemeente heb ik de regels aangepast. ”

Gaandeweg veranderde de mentaliteit, vooral in Centrum en Zuid zijn er inmiddels straatjes dakterrassen. In die jaren groeide bij Bourdrez en zakenpartner Daan de Leeuw (26) een nieuw idee: de daken vergroenen. De ‘ dakdoktoren’ proberen nu een mentaliteitsverandering teweeg te brengen, waarin luxe en de zorg voor het milieu samenkomen.

Groene daken zijn goed voor warmte- en geluidsisolatie, en in tegenstelling tot de traditionele bitumen daken – de stroken ‘ olie’ – gaan de groene daken ongeveer veertig jaar mee, twee keer zo lang als de bitumen dakbedekking. De aanleg wordt gestimuleerd door de stadsdelen met een subsidie die kan oplopen tot duizend euro.

“Natuurlijk willen we geld verdienen, ” zegt Bourdrez. “Maar er speelt heel wat idealisme mee. In de stad is sprake van stedelijke verharding, er wordt steeds meer gebouwd. Dat betekent meer steen, die in de steeds warmere zomers de buitentemperatuur beïnvloeden. Met een beetje zon wordt een dak met bitumen ongeveer tachtig graden. ”

Het groene dak is een eenvoudige, maar effectieve oplossing. Planten verdampen water, grote oppervlakten groen hebben daardoor een koelend effect op de buitentemperatuur. Bovendien verlagen groene daken de druk op het rioolstelsel door het water dat ze opnemen, en filteren ze fijnstof uit de lucht. Maar ook voor de gebruikers zijn er voordelen: het groen isoleert waardoor de binnentemperatuur in de zomer minder stijgt.

Het eigen dak van Bourdrez doet inmiddels dienst als proeftuin. Een strook gras, een strook sedum – rotsplantjes die geen onderhoud vergen en overal op groeien – en overal bouwmaterialen. “Het duurt even voordat mensen klaar zijn voor een groen dak. Dat komt ook doordat ze niet weten wat mogelijk is. De goedkoopste oplossing is het dak bedekken met sedum. Je kunt er dan weliswaar niet zitten, maar je geniet wel van de isolerende voordelen, én je draagt bij aan een beter milieu. ”

Het kost wel wat. Een sedumdaktuin kost, met subsidie, al gauw drieduizend euro. Een tuintje met terras is een paar duizend euro duurder. Daar staan dan wel besparingen op energiekosten en de lange levensduur van het dak tegenover.

Ook de gemeente erkent het belang van groene daken. In 2010 komt er een subsidieregeling voor particulieren en bedrijven. “Van de subsidieregelingen van de stadsdelen is pas één keer gebruik gemaakt, ” zegt Bourdrez. Toch blijft hij ambitieus. Vóór 2015 willen de dakdokters een derde van de Amsterdamse daken groen hebben gemaakt.

Het Parool, 1 augustus 2009