Scholengids Het Parool 2010

Sinds jaar en dag geeft Het Parool in samenwerking met de Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO) de Scholengids uit. Daarin worden de scholen uit het voortgezet onderwijs in Amsterdam belicht, onder andere aan de hand van interviews met leerlingen.

Voor de gids ben ik langs zeven verschillende scholen in Amsterdam Noord geweest. Ik sprak met leerlingen uit de tweede klas en hun favoriete docent.

De gids kan hier worden besteld.

Bredero College Buiksloterweg

Steffani Elout (13), zit in 2 havo. Maaike de Jager (32) geeft tekenen.

Het nieuwe van de middelbare school was er vorig jaar snel af voor Steffani Elout. “Ik voelde me na een dag al thuis op het Bredero College. De zomervakantie duurde me dit jaar ook veel te lang.”

Steffani bezocht de open dagen van meerdere scholen in Noord, maar nergens vond ze de juiste sfeer én de mogelijkheid van het vmbo over te stappen naar de havo. Op het Bredero kan dat wel.

Inmiddels zit Steffani in de tweede klas van de havo en nog steeds roemt ze de sfeer op school. “In de brugklas waren we meteen een groep. Iedereen werkt goed samen.” Ze legt uit dat het Bredero die samenwerking stimuleert. “We hebben zelfs een apart vak, Villa Bredero. Daarin leren we in projecten plannen en presenteren. Laatst hebben we helemaal zelf een dag in Artis moeten organiseren voor kinderen met een handicap.”

Tekenen doet Steffani het liefst. Welk profiel ze volgend schooljaar ook zal kiezen, het zal in elk geval worden aangevuld met dit vak van haar favoriete lerares Maaike de Jager. Steffani vindt vooral de combinatie van praktijk én theorie leuk. De Jager: “Het is fijn dat het Bredero College tekenen als vak serieus neemt. Dankzij deze lessen zullen leerlingen, als ze later in hun leven naar een schilderij kijken, iets meer van schilderen begrijpen.”

De school laat volgens De Jager zien dat verschillende culturen prima mengen. “Het is hier echt multiculti.” Voor Steffani was dat wel wennen, de eerste dagen: “Al die nationaliteiten. Maar dat vergeet je snel, het is alleen maar leuk, je leert veel over elkaar. Ik weet nu van alles over Egypte en Indonesië.”

In de pauzes worden dan ook al vaak geen broodjes kaas meer gegeten. De Turkse bakker vlak bij de school verdient goed aan de leerlingen. “Iedereen rent erheen voor een Turkse pizza,” zegt Steffani lachend. “Alleen de brugklassers moeten wachten totdat de school uit is, zij mogen in de pauzes nog niet van het schoolterrein af.”

Bredero College Meeuwenlaan

Ahmed el Yacoubi (14), zit in 2 vmbo. Tim Peschke (29) geeft gym.

Ahmed el Yacoubi (14) koos voor het Bredero College terwijl hij de open dag van een andere school in Noord bezocht. “Ik kwam daar een jongen van mijn basisschool tegen, die zei dat het Bredero echt een toffe school is. Ik zit nu nog steeds met hem in de klas.”

Van zijn keuze voor het Bredero heeft Ahmed geen seconde spijt gehad. “De school is klein, knus en gezellig. De lessen zijn hier goed georganiseerd. Streng, maar goed. Als je een stoel niet netjes aanschuift, dan neemt een leraar je apart en word je persoonlijk aangesproken. Telefoons en mp3-spelers liggen tijdens de lessen in de kluisjes.”

“Dat is een kracht van deze school,” zegt gymdocent Tim Peschke (29), de favoriete leraar van Ahmed. “We zijn hier streng, daardoor hoeven we leerlingen niet constant op hun gedrag aan te spreken en kunnen we ons volledig richten op het onderwijs.”

Zijn favorietenstatus kan Peschke goed verklaren. “Gym is hier één van de populairste vakken. Maar het is ook belangrijk op deze school: ik kan tijdens de gymlessen het gedrag van leerlingen goed peilen en van die kennis kunnen de docenten van de theoretische vakken weer gebruikmaken.”

Juist over de manier waarop wordt lesgegeven is Ahmed te spreken. “We hebben altijd dubbele lessen, dan heb je tenminste de tijd. En het is ook lekker als je een tussenuur hebt, dan ben je lang vrij.”

Wat Ahmed wil worden, weet hij nog niet precies. Als hij maar iets met groepen kan doen. “Ik geef al voetbaltraining en fluit ook voetbalwedstrijden.” Toch zal hij binnenkort een richting moeten kiezen. “In het tweede jaar moet je na het tweede rapport een richting kiezen: economie of techniek. Ik ga voor economie.” Peschke licht toe: “Die richtingen zijn weer uit te splitsen. Horeca en administratie vallen bijvoorbeeld onder economie.”

De school, die als deelvestiging van het Bredero College is gevestigd aan de Meeuwenlaan, heeft gewoon sfeer, is de slotconclusie van Ahmed. Peschke is het ermee eens. “De kracht van deze school is de kleinschaligheid. Dat werkt heel prettig.”

Clusius College

Djino Veldhuizen (14)  zit in 2-vmbo. Hans Ohlsen (54) geeft wiskunde.

Moeite om een middelbare school te kiezen had Djino Veldhuizen niet. Hij heeft een hekel aan stilzetten, werkt graag met zijn handen en bovendien kende hij de meeste leerlingen op het Clusius College al. De overgang van basis- naar middelbare school verliep dan ook vlekkeloos.

“We zijn nog wel even in Edam wezen kijken, maar die school was zo groot, je verdwaalde er gewoon,” zegt Djino. “En hier kende ik dus al heel wat mensen, de school is klein en dat maakt het hier erg gezellig. Het was alleen even wennen dat je hier ook oudere kinderen hebt, die ineens op scooters naar school komen.”

De afwisseling tussen praktijk en theorie waardeert Djino het meest. “Iedere dag heb je wel een praktijkvak. Dat vind ik heel fijn, want als ik het eerste uur bij bijvoorbeeld Engels zit, kan ik mijn hoofd er beter bij houden omdat ik weet dat we het volgende uur een praktijkvak zoals handvaardigheid hebben.”

Hoewel Djino gymleraar wil worden, vermaakt hij zich het meest tijdens de wiskundelessen, die worden gegeven door Hans Ohlsen (54). “Hij is aardig, neemt echt de tijd om je van alles uit te leggen én hij is voetbalfan. Het is leuk om het daar af en toe over te hebben.”

Het vak luchtig benaderen, plezier in het werk hebben en de tijd nemen zijn voor Ohlsen de sleutelbegrippen. “Ik noem het nog steeds geen werk,” zegt de wiskundeleraar, die vier jaar geleden de overstap maakte van het bedrijfsleven naar het onderwijs. “Dat had ik veel eerder moeten doen. Dit werk geeft hartstikke veel voldoening. Wiskunde is natuurlijk theoretisch, maar ik probeer het vanuit de praktijk te benaderen. Dat lijkt te werken.”

Volgens Djino word je erg zelfstandig op de school. “Je werkt hier met dieren, je bent veel buiten. En op brugklaskamp in Friesland moesten we per zes leerlingen ons eigen huisje runnen. Koken en zo, en zelf bedenken dat je op tijd naar bed moest, anders trok je het programma van de volgende dag niet meer.”

Wat de wiskundedocent betreft, is de intimiteit de kracht van de school. “Het is hier geen massafabriek; we hebben maar vijftien, zestien leerlingen per klas. Dat werkt perfect.”

Damstede

Marieke Koster (13) zit in 2 vwo. Bas Overwater (42) geeft biologie.

Toen Marieke Koster haar rondje langs de open dagen van middelbare scholen maakte, bezocht ze de overkant van het IJ slechts voor de vorm. Want eigenlijk had ze de keuze voor het Damstede al lang gemaakt. Een leuke school en nog dicht bij huis ook.

“In Noord heb je maar twee scholen met vwo, het Bredero College en Damstede. Damstede vond ik meteen gezellig,” vertelt Marieke. In een jaar tijd is dat beeld alleen maar positiever geworden. “Er wordt hier heel goed lesgegeven.”

Marieke heeft net een schoolkamp achter de rug. Het Damstede organiseert in de loop van de schooltijd heel wat uitjes: internationale projecten, werkweken en voor de hogere klassen zelfs een marathon met een zelfgemaakt voertuig. Doel: zo ver mogelijk komen op één liter brandstof.

“De auto staat in het natuurkundelokaal,” vertelt Marieke. Het project lijkt haar wel wat, vooral omdat ze vakken zoals wis- en natuurkunde leuk vindt. Biologie vindt ze ook interessant, al is dat meer vanwege docent Bas Overwater (42), haar favoriete leerkracht. “Hij is streng als het moet, maar heel aardig als het allemaal goed loopt in de klas.”

Net zoals Marieke is Overwater vorig jaar begonnen op het Damstede. “Na zestien jaar lesgeven op het vmbo wilde ik ook wel eens weten hoe het er op een havo/vwo-school aan toegaat.”

Eenmaal op het Damstede bleek het verschil met het vmbo nog veel groter te zijn dan hij had verwacht. “Hier ben je als leraar veel meer vakinhoudelijk bezig.”

Wat Overwater betreft, is dat ook de grote kracht van het Damstede. “Op deze school zit aan aantal dijken van docenten. Hun vakkennis is enorm. Dat vak staat hier ook centraal, de omgang met leerlingen is daarom misschien wat zakelijker dan op het vmbo. Daar ben je toch meer op het sociale vlak bezig met de kinderen.”

Marieke weet nog niet wat ze na het vwo wil gaan doen. “Vroeger wilde ik binnenhuisarchitect worden, maar nu weet ik het niet meer zo,” zegt ze verlegen. Overwater: “Maak je maar geen zorgen. Pas in de vierde klas moet je een profiel kiezen.”

Over-Y

Kaylee van der Hilst (13) zit in 2 vmbo. Peter Niesten (25) geeft science en informatica.

Het Over-Y is een middelbare school zoals Kaylee van der Hilst zich die op de basisschool voorstelde: met een kantine, grote leslokalen en, het belangrijkste, kluisjes om je spullen in op te bergen. “Tijdens de open dagen vond ik dat heel bijzonder,” vertelt Kaylee. “Inmiddels ben ik er aan gewend en vind ik het vooral fijn dat deze school niet zo groot is.”

Het Over-Y is staat dicht bij haar huis, maar dat was niet de reden waarom Kaylee deze school verkoos boven andere in Noord. “Ik vind de sfeer hier beter en buiten heb je de ruimte.” Vooral het Open Leer Centrum (OLC) van de school vindt ze bijzonder. “Dat zijn eigenlijk twee lokalen in het midden van de school, afgescheiden door glas, waar je met de computer kunt werken, bijvoorbeeld voor aardrijkskunde,” zegt Kaylee.

“Maar die lokalen zijn ook heel populair vanwege het hyven,” voegt docent science en informatica Peter Niesten er lachend aan toe. Niesten is de favoriete docent van Kaylee: “Hij is altijd blij en legt alles heel grappig uit.” Niesten is blij dat hij op die manier overkomt: “Ik zoek altijd de grens tussen werken en gezelligheid.”

Zijn lesmethode helpt hem daarbij, legt Niesten uit. “Wij geven les via learning by design. Kinderen moeten een product maken en al doende breng ik ze allerlei natuurkundige principes bij. Zo hebben we laatst nog een brievenweger gemaakt; zonder het woord momentenwet te gebruiken, leren ze dan hoe die wet werkt.”

De pauzes brengt Kaylee vooral in of rond de school door. “Tijdens tussenuren gaan we wel eens naar de Lidl.” “Maar tussenuren zijn er hier nauwelijks,” zegt Niesten. “Lessen die uitvallen, worden opgevangen door andere docenten. Elke dag is hier iemand permanent met de roosters bezig. En we werken met een hecht docententeam, ze hebben het ook voor elkaar over.”

Bijzonder vindt Niesten verder de sportklassen op zijn school. Leerlingen die een sportcarrière ambiëren, krijgen extra sportles. Kaylee heeft daar niet voor gekozen. Wat ze wil worden, weet ze nog niet, daar gaat ze na de kerst mee aan de slag. “In het derde jaar moeten we een richting kiezen.”

Rosa Beroepscollege Zorg en Welzijn

Claudia Semeins (14) zit in 2 vmbo. René Oostendorp (27) geeft geschiedenis.

Claudia Semeins wist bij haar eerste bezoek aan het Rosa Beroepscollege Zorg en Welzijn al dat ze het er naar haar zin zou krijgen. “Ik werk liever met mijn handen dan met mijn hoofd,” zegt ze. “Tijdens de open dagen maakten we al meteen T-shirts en kon je bloemschikken.” Claudia wil kapster worden en heeft daarom veel aan de richting ‘uiterlijke verzorging’ op de school.

Het Rosa is klein, gezellig en op zijn tijd kan er tijdens de les gerust eens gebabbeld worden. Theorievakken worden vooral in de eerste twee jaar gegeven. Toch blijven er ook dan genoeg praktijkvakken over. “Bij een vak als beeldende vorming ben je echt iets aan het maken, een schilderij bijvoorbeeld. En bij dat vak werk je altijd in groepjes. Ik zit met mijn vriendinnen. Dan kun je tegelijkertijd nog lekker kletsen ook.”

Volgens René Oostendorp, geschiedenisdocent en mentor van Claudia, is het typerend voor de school dat er gewerkt én gepraat kan worden. “Onze kracht is de kleinschaligheid, daardoor kan er veel. We kennen alle leerlingen. Er is snel een saamhorigheidsgevoel.” De school werkt daar volgens Oostendorp ook hard aan. “Voor achtstegroepers is er een wendag, voordat ze echt beginnen, lopen ze hier al een dag mee.”

Oostendorp past volgens Claudia uitstekend bij de school. “De lessen bij hem zijn altijd leuk, de sfeer in de klas is goed.” En hoewel de theorievakken haar minder liggen, gaat ze ook daar als een speer. Oostendorp: “Vreemd is dat niet, hier kom je op een school met mensen die in een zelfde tempo werken. Dat is goed voor het zelfvertrouwen, Claudia is bij sommige vakken nu de beste van de klas.”

En theoretische vakken heb je toch ook nodig als je de praktische kant op wil, zegt Oostendorp tegen Claudia. “Misschien wil je wel een eigen zaak beginnen. Dan moet je ook administratieve kennis hebben.”

Het is voor Claudia allemaal nog ver weg, voorlopig zit ze gewoon op een leuke school, met leuke vriendinnen. “De pauzes zijn altijd heel gezellig: dan doen we lekker gek op muziek.”

Waterlant Beroepsopleidingen IJdoorn

Esra Dagdeviren (14) zit in 2 vmbo-k. Helen Schneider (33) geeft Duits en Engels.

Van vrienden hoorde ze goede verhalen over de school, de open dag was ook leuk en dus schreef ze zich in. Toch maakte Esra Dagdeviren zich in het begin wel een tikkeltje ongerust. Was het IJdoorn niet te groot?

Een jaar later is er van die vrees niets meer over. Het is vooral de combinatie met het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) die de school zo groot maakt, maar daar merkt Esra in de dagelijkse praktijk op het IJdoorn weinig van. “Het is hier erg gezellig en ik heb in een jaar heel veel geleerd. Ik ben zelfs een niveau omhoog gegaan: van basis naar vmbo-kader.” Een nieuwe klas betekent bovendien nieuwe vrienden.

Aan beroepsvoorlichting doet het IJdoorn veel, vertelt Esra: “We zijn nu bijvoorbeeld met het Kicksproject bezig. Daarbij bekijk je allemaal beroepen. Laatst waren we in Hilversum om te praten met de burgemeester en een wethouder.”

Maar de politiek lijkt Esra niets: “Nee, ik denk dat ik voor economie kies, iets met handel. Binnenkort gaan we bij een autodealer kijken, dat lijkt me veel leuker.”

Plezier beleeft Esra aan de pauzes die ze met vriendinnen doorbrengt, maar ook aan de lessen Duits van Helen Schneider, volgens Esra de leukste lerares van de school. “Vooral de schriftelijke overhoringen vind ik leuk, omdat ik hoge cijfers haal.” Lachend zegt mevrouw Schneider: “Ik ben best trots, zo populair is het vak niet. Kinderen waarderen het, denk ik, dat ik rustig ben.”

Helen Schneider werkt al elf jaar met veel plezier op het IJdoorn. “We werken met een leuk team en dat stralen we ook wel uit.” Wat mevrouw Schneider betreft, blinkt de school uit met zijn zorgbeleid. “Kijk naar Esra, die is in een jaar tijd enorm gegroeid: veel opener en zelfverzekerder. Kinderen worden hier niet behandeld als nummertjes.”

Dat de school groter lijkt dan hij daadwerkelijk, is betreurt de docente Duits wel een beetje. “We zitten hier nu drie jaar samen met het ROC. Maar eigenlijk zitten wij maar in één vleugel van het gebouw.” En volgens Esra is de sfeer daar hartstikke goed.